Faro, het ondergesneeuwde stadje van de Algarve zou ik het noemen. Het enkele feit dat Faro een luchthaven heeft, zorgt ervoor dat iedere toerist de stad als doorreisstad gebruikt. En dat terwijl de bootjes, prachtige stadsmuren, lege stranden en verse oesters op je liggen te wachten. We besloten eens te gaan bekijken of Faro meer te bieden had dan alleen een landingsbaan. De conclusie: dat heeft het zeker!
Rio Formosa
Het eerste bijzondere weetje van de stad, is dat Faro aan een beschermd natuurgebied ligt, de Rio Formosa. Ongekend veel bijzondere vogelsoorten hebben daar hun broedplek en daarom hoort het ook bij de wereldwonderen! Enthousiast als we waren naar dit natuurverschijnsel wilden we een boottochtje boeken. Echter, na wat onderzoek kwamen we erachter dat deze tochten voornamelijk verrekijkers en vogel-afkruis-boekjes inhielden. Persoonlijk zie ik het verschil tussen een uil en een duif nog niet, dus deze sloegen we over. Neemt niet weg dat als je wel van vogels houdt, het een prachtig uitstapje is, die je op deze site kunt boeken!
De eilandjes van Faro
Een ander bijzonder feitje waar we ter plaatse achter kwamen, is dat je vanuit de stad niet naar het strand kunt, omdat de Rio Formosa daar ligt. Godzijdank voor onze witte huidjes zijn er toch genoeg mogelijkheden om een dagje bij te bruinen op het strand. In het zuidelijkste puntje van Faro staan namelijk vier kraampjes die ferry-tickets verkopen naar de bekende eilandjes van Faro, zoals Ilha Deserta (retour €10) en Praia de Farol (retour €5). Een heerlijke 45 minuten hang je met je haartjes in de wind over de reling van een kleine boot. Bekijk van tevoren de vertrektijden per eiland en voorkom alsjeblieft dat je om 9:30u klaar staat om de boot naar Farol te pakken terwijl die pas om 14:45u gaat (been there, done that).
Strand bezoeken op Ilha Deserta
De stranden op Ilha Deserta zijn uitgestorven. We voelden ons werkelijk de enige op de wereld. Het mooiste strand vind je vanaf de aanmeerplek als je naar links loopt, het meest bijzondere strand vind je rechts van diezelfde pier. In het midden van het eiland staat een imposant ecologisch restaurant waar we een oestertje naar binnen slurpten en geproost hebben op de vakantie. Duur om te lunchen, leuk voor een hapje! Naast 10 kilometer strand en het mooie visrestaurant kun je niets op het eiland doen. Geniet gewoon van de rust. Bij hoge uitzondering wordt deze rust verstoord door een inktvis die op een meter afstand zijn inhoud aan inkt eruit gooit om je bang te maken (dat lukte, ik dacht dat er een onderwatertank ontplofte).
Dorpjes, strand en barretjes op Farol
Het strand op Farol daarentegen is drukker en je loopt er meer toeristen tegen het lijf. Suppen, waterfietsen, surfen, op een banaan over de oceaan vliegen: het is allemaal mogelijk. De barretjes zijn gezellig en aangekleed met palmboompjes. De olijven zijn er verrukkelijk. Op het midden van het eiland staat een hoge toren, waar je 225 treden de tijd hebt om je in het zweet te werken, maar je krijgt er wel een prachtig uitzicht voor terug.
Eten en drinken in het stadscentrum
Binnen de stadsmuren bevindt zich het oude centrum. Op vier plekken kun je de met kinderkopjes beklede straten binnen de muren betreden. Souvenirwinkels vind je er niet, maar visrestaurants wel. Een makreel en wat octopustentakels kregen we voorgeschoteld bij Tertúlia Algarvia. Op de koffie moesten we net iets te lang wachten omdat de obers de kwartfinale van het WK iets interessanter vonden, maar de chef had zich in ieder geval geweldig uitgeleefd!
Nog geen reacties