Een moderne stad gecombineerd met een oud centrum. Sfeervolle pleinen, grote parken én dichtbij het strand. Kortom, Valencia is de perfecte bestemming voor een stedentrip of een vakantie. Ik vloog naar Valencia om een vriendin te bezoeken, die daar studeerde. Zij liet me alle ins en outs zien van de prachtige stad.
De mooiste plekjes in het oude centrum
In het oude stadscentrum vind je lieflijke pleintjes, waar je lekker op een terrasje kan zitten in de zon. De pleinen hebben allemaal hun eigen charme. Op Plaça Ayuntamiento staat namelijk het stadhuis en het postkantoor. Neem zeker even een kijkje in het postkantoor! Plaça de la Virgin staat juist bekend om de mooie fontein en de leuke terrasjes en op Plaça de la Reina is het de moeite waard om de kathedraal te beklimmen. Na een flinke wandeling tussen de pleinen kan je een lekker verkoelend ijsje nemen bij Amorino. Hier maken ze een soort mooie bloemetjes van je ijsje (zie de foto voor een representatie van de ‘bloemetjes’).
Ciudad de Las Artes Y Las Ciencias
Het moderne deel van de stad ligt een stukje buiten het centrum, maar is goed bereikbaar met de bus of metro. Hier ligt het bekende beeld van Valencia, namelijk Ciudad de Las Artes Y Las Ciencias (credits voor de prachtige foto gaan naar mijn persoonlijke gids). Het complex bestaat uit zes gebouwen, waaronder een museum. Het is interessant om een gebouw binnen te gaan, maar ook rondlopen tussen de gebouwen is al een ervaring. Rondom het complex ligt het Túria park. Hier kan je heerlijk rondlopen, picknicken of doorheen fietsen. Het is sowieso een aanrader om dit gedeelte van de stad met de fiets te bezoeken. Er zijn veel fietspaden in Valencia en hoewel deze soms een omweg nemen, kan je ze maar beter wel volgen. Over de rijbaan fietsen is namelijk niet zo relaxt. Voor ongeveer een tientje per dag huur je een fiets en hoe langer je de fiets huurt, hoe goedkoper het wordt.
Eten en drinken
Er zijn twee traditionele dingen die je zeker moet proeven, namelijk de Paella Valenciana en Agua de Valencia. Het laatste is een cocktail gemaakt van cava, sinaasappelsap, wodka en gin. Persoonlijk ben ik niet zo’n gin-drinker, maar deze combinatie is heerlijk! Zeker even proeven dus (maar wel met mate).
Keuzestress voor restaurantjes zal je zeker krijgen hier. Voor het ontbijt of de lunch kan je die keuzestress nog wat vergroten bij 100 Montaditos. Hier heb je allerlei verschillende soorten kleine broodjes, die stuk voor stuk heerlijk zijn. Voor het avondeten kan je natuurlijk kiezen voor tapas. Ostres is een heel leuk restaurant waar je zowel pinchos (tapas) als ostres (oesters) kan eten. Wen maar alvast even aan het horen van “OSTRES!” om de paar minuten, want dan roepen ze dat je oesters kan komen halen.
Nachtleven
Het nachtleven is Valencia is bruisend en dat kreeg ik ook meteen te zien. We gingen naar La Bolseria, wat een sfeervol café is. In diezelfde wijk zitten ook nog andere clubs en cafés waar je je kan uitleven. Daarnaast is L’Umbracle ook een hele ervaring. Hier zijn we alleen overdag geweest, omdat het dan een botanische tuin is. Op de foto zie je dat de botanische tuin ‘s avonds verandert in een openluchtclub. Ik ben niet naar de club geweest, maar blijkbaar is het echt een must!
Er valt dus genoeg te ontdekken in Valencia en drie dagen waren niet genoeg om alles te zien. Wellicht dat ik er ook nog een keer naar toe ga!
Nog geen reacties